Als erkend psycholoog ben je juridisch gebonden aan een deontologische beroepscode. De bedoeling van deze beroepscode is enerzijds het beschermen van cliënten en anderzijds het professionaliseren van het beroep van psycholoog.
Kort gesteld bestaat deze deontologische code uit 5 belangrijke pijlers.
Het beroepsgeheim
Eerbiediging van de waardigheid en de rechten van de cliënt
Verantwoordelijkheid
Competentie
Integriteit en eerlijkheid
Klik hier om de uitgebreide versie van de deontologische code na te lezen.
Keren we even terug naar het beroepsgeheim.
Het beroepsgeheim is één van de belangrijkste plichten van de psycholoog (bekijk zeker ook de website van de psychologencommissie)
Wat is de grondslag van het beroepsgeheim?
De doelstelling van het beroepsgeheim en van de ermee verwante sanctiemaatregelen is ervoor te zorgen dat de cliënt/patiënt het vertrouwen behoudt in zijn psycholoog, en in het beroep van psycholoog in het algemeen.
De inhoud van het beroepsgeheim omvat alles wat de psycholoog verneemt tijdens de uitoefening van zijn beroep.
Het beroepsgeheim werd in het leven geroepen om 3 belangen te beschermen:
De individuele belangen: bescherming van de privacy van de cliënt/patiënt.
De beroepsbelangen: het is de garantie waarover de psycholoog beschikt om zijn opdracht tot een goed einde te kunnen brengen. Het is een middel om personen waarvan bepaalde gedragingen afkeurenswaardig zijn, niet uit te sluiten uit het werkgebied van de psycholoog.
Het publieke en maatschappelijke belang.
Soms ontstaat een belangenconflict waardoor de psycholoog voor een dilemma komt te staan. In dat geval kan de psycholoog ervoor kiezen te zwijgen dan wel informatie vrij te geven met het oog op de bescherming van een hoger maatschappelijk belang (waaronder het leven of de integriteit van de cliënt/patiënt of van personen uit zijn entourage).
Het bekendmaken van feiten waarop het beroepsgeheim van toepassing is, is strafbaar, behoudens de uitzonderingen in de wetgeving of de rechtspraak
Artikel 12: in welke gevallen kan de psycholoog het beroepsgeheim doorbreken?
In drie uitzonderlijke situaties kan een psycholoog zijn beroepsgeheim doorbreken:
1. Bij een gerechtelijke vervolging van de psycholoog en voor zijn Tuchtraad
Conform artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens moet elke psycholoog in het geval van een gerechtelijke vervolging zich kunnen verdedigen tegen de beschuldigingen van de geheimgerechtigde. Hij mag dus alles zeggen wat nuttig is voor zijn verdediging, met inbegrip van informatie waarvoor normaal het beroepsgeheim geldt.
Volgens artikel 9 van de deontologische code van de psycholoog “kan de psycholoog die het voorwerp uitmaakt van een tuchtonderzoek in dit kader de waarheid bekendmaken. Hij is echter gerechtigd de vertrouwelijke mededelingen van de cliënt of proefpersoon te verzwijgen.”
2. Bij een getuigenis in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie
3. In het geval van een noodtoestand
De enige rechtvaardiging van de spontane verbreking van het beroepsgeheim is de noodtoestand. Dit begrip is niet terug te vinden in een wet, maar wel in de rechtspraak (jurisprudentie).
Er moet aan volgende voorwaarden voldaan worden om van een noodtoestand te kunnen spreken: er bestaat een dreigend, ernstig en acuut gevaar voor een persoon; de beroepsbeoefenaar heeft geen andere mogelijkheid om de patiënt te beschermen tegen het gevaar dan het doorbreken van het beroepsgeheim en hij doet dit op een manier die de beschermde belangen het minste schade toebrengt; het belang dat beschermd wordt, moet minstens van dezelfde waarde zijn dan het belang dat wordt opgeofferd.
In dat opzicht werd artikel 458bis van het Strafwetboek in 2011 aangepast met het oog op een betere bescherming van kwetsbare personen en minderjarigen. Dit artikel geeft de beroepsbeoefenaar de mogelijkheid om te spreken wanneer hij meent:
dat een misdrijf werd gepleegd op een minderjarige of op een kwetsbare persoon
of dat een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de psychische of fysieke integriteit van deze personen en hij deze integriteit zelf of met hulp van anderen niet kan beschermen.
Artikel 422bis van het Strafwetboek verplicht hulp te bieden aan “personen die in ernstig gevaar verkeren”. Daarbij kunnen en moeten verschillende middelen overwogen worden en moet de psycholoog de minst schadelijke weg kiezen, namelijk deze die het beste rekening houdt met het strafrecht en met de belangen van de cliënt/patiënt. De psycholoog draagt hier een belangrijke verantwoordelijkheid: hij moet inschatten welke vormen van hulp het meest aangewezen zijn in de situatie waarmee hij geconfronteerd wordt. Hij kan in het kader van supervisie bijvoorbeeld (eerst) zijn bezorgdheden uitspreken en de hulp inroepen van zijn collega’s.
De schending van het beroepsgeheim – die niet als dusdanig wordt omschreven in artikel 422bis – vormt de laatste toevlucht van de psycholoog. Beslist de psycholoog om informatie bekend te maken waarop het beroepsgeheim van toepassing is, dan dient hij zich te beperken tot dat wat strikt noodzakelijk is om een einde te maken aan de situatie van gevaar. In uitzonderlijke gevallen, als er geen andere manier is om hulp te bieden aan kwetsbare personen en minderjarigen die in gevaar verkeren, moet de psycholoog de procureur des Konings inlichten over de situatie.
Comments